Legal insight

K. DE CREUS, “Nog een versnelling hoger in de strijd tegen fiscale en sociale fraude”, ODC Newsletter, November 2013

Met de Wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding (BS 19 juli 2013) worden een aantal opmerkelijke wijzigingen ingevoerd. Zo voert de wetgever het begrip “ernstige fiscale fraude” in in het fiscaal strafrecht en de antiwitwaswetgeving. Deze laatste wetgeving voert een meldingsplicht in aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (de “Witwascel”) voor bepaalde categorieën van beroepen.

“Ernstige fiscale fraude” : een nieuw fiscaal misdrijf

Met de Wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding (BS 19 juli 2013) worden een aantal opmerkelijke wijzigingen ingevoerd. Zo voert de wetgever het begrip “ernstige fiscale fraude” in in het fiscaal strafrecht en de antiwitwaswetgeving. Deze laatste wetgeving voert een meldingsplicht in aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (de “Witwascel”) voor bepaalde categorieën van beroepen. Tot voor de wetswijziging gold deze meldingsplicht van zodra er een vermoeden rees dat een feit of een verrichting verband kan houden met witwassen van geld afkomstig van een reeks specifieke misdrijven waaronder “ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend”. De omschrijving van dit basismisdrijf is nu gewijzigd naar “ernstige fiscale fraude”. De wetgever heeft nochtans nagelaten deze term te definiëren. Hoe moet één en ander nu begrepen worden ?

 

In tegenstelling tot vroeger, dient de fiscale fraude niet langer ernstig én georganiseerd te zijn. Het georganiseerd karakter is voortaan enkel nog een verzwarend criterium voor de beoordeling van de ernst van de fiscale fraude. Fiscale fraude kan nu dus ook ernstig zijn zonder georganiseerd te zijn. Volgens de voorbereidende werken slaat het begrip “ernstig” op (i) de aanmaak of het gebruik van valse stukken, (ii) het omvangrijke bedrag en het abnormaal karakter van dit bedrag gelet op het activiteiten en het eigen vermogen van de dader. De vraag rijst of het begrip ernstig kan worden afgeleid uit het voorhanden zijn van één van de indicatoren van het zogenaamde Witwas-KB van 3 juni 2007, waarbij er voor bepaalde categorieën van beroepen een meldingsplicht bestaat aan de Witwascel van zodra minstens één van de indicatoren zich voordoet. Volgens Staatssecretaris Crombez zou dit evenwel niet het geval zijn en moet bijgevolg nog steeds (en onafhankelijk van de in het KB opgelijste indicatoren) in concreto worden beoordeeld of de feiten verband houden met “ernstige fiscale fraude”.

 

Ook de bepalingen in het Wetboek van Vennootschappen die verwijzen naar “ernstige en georganiseerde fiscale fraude” (in de artikelen 265, 409, 530, 921, 986) en de bepalingen in het strafwetboek (artikel 43quater en 505), worden in die zin aangepast.

 

De nieuwe regeling doet vragen rijzen vanuit het oogpunt van het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel dat voorziet dat de strafwet duidelijk, voorzienbaar en voldoende toegankelijk moet zijn, zodat iedere persoon op het ogenblik waarop hij een bepaalde gedraging stelt, kan uitmaken of deze gedraging al dan niet strafbaar is.

 

Uitwisseling van informatie

De Wet van 15 juli 2013 maakt de uitwisseling van informatie tussen de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) en respectievelijk het arbeidsauditoraat, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de Minister van Financiën doeltreffender. De CFI zal voortaan deze overheden inlichten wanneer zij een dossier aan het parket doormeldt over het witwassen van geld afkomstig van het plegen van een misdrijf waarvoor deze overheden bevoegd zijn.  Op deze manier worden deze diensten tijdig op de hoogte gebracht en kunnen ze sneller en doeltreffender de verschillende vormen van fiscale en sociale fraude bestrijden.

 

Inwerkingtreding

De wet van 15 juli 2013 is grotendeels in werking getreden op 29 juli 2013, tien dagen na haar publicatie in het Belgisch Staatsblad.